Monitoring van de grote waternavel: het vervolg op de bestrijding
Als je het Krinkels News van vorig jaar hebt gelezen, herinner je je misschien nog wel dat we in opdracht van Waterschap Limburg de grote waternavel bestrijden. Deze invasieve exoot bedreigt de Nederlandse waterkwaliteit en biodiversiteit. Daarom voeren we sinds 2021 intensieve bestrijding en monitoring uit voor Waterschap Limburg. Zo volgen we de mate waarin de grote waternavel aanwezig is en gaan we zijn verspreiding tegen.
Dit artikel verscheen eerder in het Krinkels News!
Hoe we monitoren
We voeren een monitoring uit op verschillende trajecten. Dit doet één van onze ecologen jaarlijks in april, juli en november. Elke 100 meter wordt een telling gedaan van het aantal groeipunten van de grote waternavel. Op basis van de monitoringsresultaten stellen we samen met Waterschap Limburg een bestrijdingsstrategie op. Wanneer het aantal groeipunten bijvoorbeeld minder blijkt dan verwacht, zetten we extensievere bestrijdingsmaatregelen in. De mate waarin de waterplant aanwezig is verdelen we in vier categorieën:
- Categorie 0: geen grote waternavel aanwezig;
- Categorie 1: minder dan 3 kleine groeipunten per 100 meter;
- Categorie 2: 3 tot 10 groeipunten per 100 meter;
- Categorie 3: meer dan 10 groeipunten per 100 meter.
Manier van bestrijden
Hoe we de grote waternavel binnen een traject bestrijden is afhankelijk van de categorie. Trajecten die binnen categorie 2 of 3 vallen bestrijden we intensief. Hierbij komen we iedere twee weken terug met een ploeg zogenaamde ‘handpickers’ om de plant zo zorgvuldig mogelijk met wortel en al eruit te trekken. Doordat we de plant geen tijd geven om zich goed te ontwikkelen, kunnen we deze snel uitputten.
We bestrijden trajecten uit categorie 1 extensief. Dit houdt in dat we om de vier weken het traject nalopen met ‘handpickers’ om te inspecteren of er hergroei aanwezig is. Wanneer dat het geval is verwijderen we de waterplant direct. Hierdoor voorkomen we dat de waternavel zich verder kan verspreiden en kunnen we hem op deze locatie volledig uitroeien. Trajecten uit categorie 0 worden enkel gemonitord door onze ecoloog. Wanneer we op de locaties na zes metingen, ofwel twee jaar, geen groeipunten meer waarnemen, kan de locatie officieel besmettingsvrij verklaard worden.
Geslaagde trajecten
Sinds twee jaar voeren we op twee locaties een bestrijdingsprogramma uit met als doel om de grote waternavel volledig te bestrijden. Langs de Pepinus-Putbeek-Vlootbeek voerden we ieder jaar tot wel vijftien keer een bestrijdingsronde uit. Bij de Ur-Kanaalsloot doen we dit tot wel acht keer. Hierbij monitoren we ook de benedenstroomse trajecten. Zo kunnen we direct acteren als blijkt dat de waterplant zich verder verspreidt. Uit de resultaten blijkt dat onze inspanningen op beide trajecten zijn vruchten afwerpen. Bijna ieder meetpunt van beide locaties is nu te verdelen in categorie 0! Van de totale 22 meetpunten vallen slechts drie meetpunten nog in categorie 1 of 2. Dankzij dit succes startten we dit jaar ook met een intensieve bestrijding in de Tungelroysebeek-Raam én startten de eerste pilotprojecten met het bestrijden van waterteunisbloem en parelvederkruid.